Wat voor mens wil je zijn in een digitale wereld?

Technologie verandert het spelen en leren van kinderen, en hun begrip van zichzelf en de wereld om hen heen. Nu de rol van technologie steeds groter wordt, vindt Barend Last het hoog tijd voor herbezinning: Waar staat het onderwijs voor? Wat willen we kinderen écht meegeven?

Een interview met Barend Last. Hij is auteur, spreker, leraar en onderwijsmaker, met een heldere kijk op digitale geletterdheid. Hoewel hij zelf niet uit het reformatorisch onderwijs komt, biedt zijn benadering waardevolle aanknopingspunten voor onze scholen.

 

Hoe ziet u de rol van onderwijs in onze digitale samenleving?

Barend Last is auteur, spreker, leraar en onderwijsmaker, met een heldere kijk op digitale geletterdheid. Hoewel hij zelf niet uit het reformatorisch onderwijs komt, biedt zijn benadering waardevolle aanknopingspunten voor onze scholen.
“Lang lag in het onderwijs de nadruk op kennis en vaardigheden, als voorbereiding op de maatschappij. Maar we zien steeds meer dat dat niet genoeg is. Kinderen hebben ook zingeving nodig. Wie ben ik? Wat vind ik belangrijk? Hoe sta ik in de wereld om mij heen? Zulke vragen raken aan identiteit en waarden. Daar hoort onderwijs bij dat niet alleen overdraagt, maar ook vormt. In mijn ogen sluit dat goed aan bij het reformatorisch onderwijs, waar vorming altijd een belangrijke rol speelt.”

In het reformatorisch onderwijs speelt vorming altijd een belangrijke rol.

“Nu technologische ontwikkelingen steeds sneller gaan, krijgen zingevingsvragen een extra laag. Wie wil ik zijn in een digitale wereld? Hoe verhoud ik mij tot deze ontwikkelingen? Vorming krijgt er dus nieuwe inhoud bij. Maar we moeten er ook opnieuw over nadenken hóe we het vormingsproces bij leerlingen stimuleren. Vorming vraagt om rust, reflectie en het voeren van goede gesprekken. In een digitale omgeving zijn rust en diepgang juist níet vanzelfsprekend. Daar moet bewust ruimte voor gemaakt worden. Kies bijvoorbeeld werkvormen die uitdagen tot nadenken en uitwisseling, en toetsvormen die verder gaan dan alleen kennisreproductie.”

Wat vindt u van de conceptkerndoelen digitale geletterdheid?

“Ik zie goede intenties, maar ik vind ze te technisch en instrumenteel ingestoken. Ze gaan vooral over jezelf kunnen redden in een digitale wereld. De volgorde van de domeinen is al veelzeggend. De eerste twee gaan over het gebruik van digitale middelen, en pas in het derde staat de mens zelf centraal. Dat zou precies omgekeerd moeten zijn. De eerste vraag moet geen technische zijn, maar een existentiële: Wat betekent het om mens te zijn in een wereld vol technologie?”

De eerste vraag moet geen technische maar een existentiële vraag zijn

“Daarnaast mis ik de aandacht voor het zintuiglijke en emotionele aspect van technologie. Technologie roept emoties op: van verwondering tot frustratie of angst. Een voorbeeld: Een leerling raakte in paniek bij een digitale toets, omdat hij thuis had geoefend op een vaste computer en de toets moest maken op een laptop. Die kant moeten we serieus nemen.
De kerndoelen lijken er bovendien van uit te gaan dat elk kind zich op dezelfde manier ontwikkelt. Maar bij digitale geletterdheid geldt net als bij taalontwikkeling dat de sociale context van een kind een belangrijk verschil maakt. Kinderen die van jongs af aan thuis met hun ouders de digitale wereld verkennen, bouwen vanzelf een voorsprong op.”

Welke tips heeft u voor scholen die werk willen maken van digitale geletterdheid?

“Start bij de existentiële vraag. Denk eerst na over het waarom en waartoe, en pas daarna over het hoe en wat. Om goed richting te kunnen geven aan het onderwijs, is het belangrijk dat schoolteams een gedeelde taal ontwikkelen over hun visie op mens-zijn in een digitale wereld en de keuzes die ze maken. Het vraagt ook een helder en realistisch beeld van technologie zelf. Zolang je AI ziet als iets bovennatuurlijks, of zolang je denkt dat digitalisering automatisch vooruitgang betekent, kun je er niet goed over nadenken en mee omgaan.”

Betrek het hele team bij het stellen van expliciete, haalbare doelen.

“Heb aandacht voor de risico’s van digitale media, maar vergeet ook niet de positieve kanten. Beleid en praktijk staan in het onderwijs vaak op gespannen voet: we willen leerlingen digitaal geletterd maken, maar weren tegelijk digitale media uit de klas en richten ons vooral op regels en risico’s. Als je technologie alleen normatief benadert, doe je digitale media en hun gebruikers tekort. Geef leerlingen ook ruimte om actief, creatief en betekenisvol met technologie te werken.
En heel belangrijk: Stem innovaties af op de manier waarop leraren leren. De drie basisvoorwaarden voor motivatie – autonomie, competentie en verbondenheid – gelden niet alleen voor leerlingen. Als die voorwaarden onvoldoende worden gevoed, raken leraren uitgeput en ontmoedigd. Betrek het hele team bij het stellen van expliciete, haalbare doelen. Zo ontstaat het gevoel dat je samen ergens naartoe werkt.”

Wat zou u tegen leraren zeggen die zich onzeker voelen over digitale geletterdheid?

“Die onzekerheid is goed te begrijpen. Technologische ontwikkelingen gaan snel en niet iedereen heeft er affiniteit mee. Soms lijken leerlingen ook vaardiger dan jijzelf. Maar dat is niet erg. Omarm die onzekerheid – als je wilt dat leerlingen durven te falen, is het juist krachtig als je laat zien dat je zelf ook niet alles weet en dat je ook wilt leren.”

Technologische ontwikkelingen gaan snel en niet iedereen heeft er affiniteit mee.

“Een praktische manier om daarmee te beginnen, is door een leerling eens een digitale activiteit te laten presenteren die hij of zij vaak doet, zoals een digitaal spel spelen of een app gebruiken. Dat biedt een mooi aanknopingspunt om in gesprek te gaan. Waarom doe je dit graag? Wat leer je ervan? Wat doet het met je? Dat is precies de rol van de leraar: niet om alle techniek te beheersen, maar om samen met de leerlingen te reflecteren.”

Juist als ontwikkelingen snel gaan en je houvast zoekt, is het belangrijk het grotere doel niet uit het oog te verliezen: het gaat niet alleen om digitale vaardigheden, maar vooral om de vorming van leerlingen tot mensen die weten wie ze willen zijn in een digitale wereld.

Leestip

Barend Last & Thijmen Sprakel, Chatten met Napoleon. Werken met generatieve AI in het onderwijs. Boom Uitgevers, 2023.