Interview in DRS: Regisseur van reformatorische methoden

Verantwoord lesmateriaal is essentieel voor de vorming van leerlingen. Zeker omdat de kloof tussen het reformatorisch onderwijs en de samenleving groeit. ‘We moeten nú de handen ineenslaan om ervoor te zorgen dat we ook in de toekomst eigen methoden hebben. De seculiere tijdgeest doet een aanslag op het onderwijs gegrond op Gods Woord’, schetst bestuursvoorzitter Jan-Willem de Leeuw van de SLRO (zie kader). ‘Daarom moeten we onze kinderen stevig funderen in een Bijbelse manier van leven en denken voor we hen de samenleving in sturen.’

Dat vraagt om christelijke leerkrachten én om christelijke leermiddelen. ‘Die heb je allebei keihard nodig.’ Methoden moeten bij voorkeur gebaseerd zijn op een Bijbels wereldbeeld, vervolgt hij. ‘Doortrokken dus met waarden als nederigheid, zachtmoedigheid, dienstbaarheid. En met een perspectief dat verder reikt dan het hier en nu.’ De structurele beschikbaarheid van zulke methoden is niet vanzelfsprekend, betoogt De Leeuw – tevens bestuurder van de Coöperatie ZWN. Reformatorische scholen vormen slechts een kleine afzetmarkt. ‘Omdat de kosten stijgen, is het voor uitgevers steeds minder aantrekkelijk leermiddelen te maken voor zo’n specifieke groep.’ Bovendien is binnen die denominatie een grote diversiteit. ‘Dat maakt het voor methodemakers lastiger ons goed te bedienen.’

‘We moeten één front vormen richting uitgevers’, gaat De Leeuw verder, ‘zodat we minder afhankelijk zijn van hun aanbod. Als wij weten welk materiaal we graag op onze scholen willen hebben, kunnen we hen daar samen om vragen.’ Een omslag dus van ‘aanbod- naar vraaggestuurd werken’, vat hij samen. ‘En de vraag proberen we helder te krijgen met expertise van Driestar educatief, KOC Visie én van onderwijsgevenden.’

“Als we niets doen, rijzen de kosten voor eigen leermiddelen de pan uit” – Jan-Willem de Leeuw

Belangenbehartiging

Precies om die regiefunctie te vervullen, is de SLRO opgericht. ‘Je kunt ons vergelijken met de ANWB’, aldus De Leeuw. ‘Daarvan kun je lid worden; die organisatie behartigt dan jouw belangen.’ Zo wil de SLRO dat ook doen voor scholen. Niet alleen door vragen vanuit het onderwijs bespreekbaar te maken bij uitgevers. Maar ook door bij hen te lobbyen. ‘Dat doen andere organisaties, die uitgaan van een seculier wereldbeeld, ook. Denk bijvoorbeeld aan het COC. En hoe beter wij er vooraf in slagen om seculiere methoden zó te beïnvloeden dat ze verenigbaar zijn met onze reformatorische identiteit, hoe minder werk we achteraf hebben om methoden aan te passen.’

Projectleider Jan Vreeken – sinds zijn 15e actief in de grafische wereld, waarin hij veel onderwijsprojecten deed – onderhoudt namens de SLRO contact met de uitgevers. ‘Veel heb ik er al gesproken. Zij vinden het waardevol dat er nu één aanspreekpunt is voor reformatorische scholen.’ Als SLRO ‘kom je ook veel makkelijker bij hen aan tafel dan als individuele school.’

Misverstanden

In zijn contacten met het veld merkt Vreeken dat er misverstanden leven over de SLRO. ‘Zo gaan wij niet zelf methoden maken en verkopen. Wij zijn slechts de tussenpersoon tussen scholen en uitgevers.’ Anderen denken dat ze als donateur van de SLRO alles moeten afnemen wat die laat maken. ‘Die verplichting hebben ze niet; scholen houden de vrijheid om steeds weer hun eigen keuzes te maken.’

De SLRO, belooft de projectleider, gaat haar best doen methoden te laten ontwikkelen die zoveel mogelijk scholen kunnen gebruiken, passend bij verschillende onderwijskundige concepten en geschikt voor papieren én digitale toepassingen.

Omdat na de zomervakantie het burgerschapsonderwijs wordt aangescherpt, laat de SLRO met voorrang daarvoor een leer- en ontwikkelingslijn ontwerpen door DE en KOC: welk onderwerp moet in welke groep of bij welke leeftijd aan de orde komen? Mogelijk leidt dat tot het laten vervaardigen van lesmaterialen, als daaraan behoefte bestaat. ‘Hieruit blijkt ook het samenbindende aspect van ons werk’, zegt De Leeuw. ‘Als we niet allemaal apart, maar samen zo’n leer- en ontwikkelingslijn creëren, zorgt dat voor meer eenheid en eenduidigheid.’

Uitdagingen

De verschillen in eigen kring overbruggen ‘zal een van onze grootste uitdagingen zijn’, verwacht De Leeuw. ‘De meningen over methoden lopen namelijk behoorlijk uiteen. Daarom proberen we met alle achterbanscholen in contact te komen en te blijven.’ De SLRO-doelgroep bestaat uit zo’n 180 scholen – op een totaal van 6000, schetst Vreeken. ‘We moeten de handen nú ineenslaan, anders maken we het onszelf onnodig moeilijk.’ ‘Als we niets doen, rijzen de kosten voor eigen methoden de pan uit’, vult De Leeuw aan. ‘Door samen te werken, kunnen we die prijsstijging mogelijk een beetje beheersen.’

Vreeken hoopt dat zoveel mogelijk scholen zich aan de SLRO willen verbinden. ‘Niet alleen als donateur, maar vooral vanuit inhoudelijke betrokkenheid. Want wat zou het mooi zijn als we straks niet alleen afnemers, maar eigenaars van onze eigen methoden zijn.’

“Uitgevers vinden het waardevol dat er nu één aanspreekpunt is voor onze scholen” – Jan Vreeken

Blijven zorgen voor verantwoorde leermiddelen

De Stichting voor Leermiddelenontwikkeling Reformatorisch Onderwijs (SRLO) is in oktober 2020 opgericht door VGS en VBSO, als opvolger van de werkgroep methodeontwikkeling basisonderwijs. Het doel van de stichting – die zich richt op het primair onderwijs – is om te zorgen dat reformatorische scholen gebruik kunnen blijven maken van onderwijsmethoden en -materialen overeenkomstig de grondslag van beide organisaties. Het SLRO-bestuur bestaat uit Jan-Willem de Leeuw (voorzitter), Albert Koekoek (penningmeester), Adri Verweij (secretaris), Peter Bronkhorst, Anton Mauritz en Dick van Wijngaarden. Bram ter Harmsel hoopt binnenkort in het bestuur zitting te nemen. In februari is Jan Vreeken voor twee dagen per week benoemd tot projectleider. Meer info? Zie www.slro.nl of benader de projectleider via j.vreeken@slro.nl of 06-51758522.

Bron: DRS juni 2021 – Auteur: Kees de Groot – Fotograaf: Cobus Boele