Onze visie

Het is belangrijk dat leermiddelen de leerkrachten helpen om een op Gods Woord gebaseerd mens- en wereldbeeld over te dragen, zodat dit middelijkerwijs mag bijdragen aan de vorming van leerlingen. Dat is zeker belangrijk in een tijd waarin de tijdgeest een aanslag doet op het onderwijs uit Gods Woord en het beslag van dit Woord steeds minder wordt.

Leermiddelen zijn niet waardenvrij

Het is belangrijk om te beseffen dat leermiddelen niet waardenvrij zijn, maar ze vertolken ook een stukje van de identiteit. Daarmee dragen leermiddelen ook iets over op onze kinderen en spelen ze een rol in de vorming van onze kinderen.
De SLRO is daarom van mening dat een christelijke school op reformatorische grondslag uit principe gebruik zou moeten maken van een christelijke methode, omdat een christelijke methode een bijdrage kan leveren aan het overdragen van een Bijbels mens- en wereldbeeld. Als dit ideaal in een bepaald geval of op een bepaald moment niet haalbaar is, kan er binnen randvoorwaarden ook gebruik gemaakt worden van een niet-christelijke methode.

“Een christelijke methode zal een bijdrage leveren aan het overdragen van een Bijbels mens- en wereldbeeld.”

Kaders aan leermiddelen

De SLRO stelt aan de ontwikkeling van leermiddelen een aantal algemene kaders die aangeven waar leermiddelen aan dienen te voldoen. Een aantal specifieke kaders geven aan hoe digitale leermiddelen op een verantwoorde wijze ingezet kunnen worden.

Algemene kaders

  • Ze dienen binnen de kaders van Schrift en belijdenis, middelijkerwijs een bijdrage te leveren aan het reformatorische opvoedingsdoel;
  • Dit heeft tot gevolg dat leermiddelen dienen bij te dragen de ontwikkeling van een Bijbels mens- en wereldbeeld;
  • Dit doen ze door een Bijbels kijkvenster te openen op de werkelijkheid en de verbinding te leggen tussen aspecten van de Bijbelse leer en wat kinderen op school dienen te leren en tegenkomen in het leven van alle dag;
  • Ze zijn een middel en geen doel op zich;
  • Ze helpen leerkrachten om kinderen voor te bereiden op de toekomst;
  • Ze dienen gebruikt te kunnen worden door scholen met verschillende onderwijskundige concepten;
  • Ze dienen zowel in enkele groepen als in combinatiegroepen gebruikt te kunnen worden;
  • Ze dienen zowel in het reguliere en het speciaal basisonderwijs als in het speciaal onderwijs gebruikt te kunnen worden.

“Het is goed om na te denken over het gebruik en over mogelijke consequenties van digitale leermiddelen en hoe hiermee om te gaan.”

Digitale leermiddelen

Het is goed om na te denken over het gebruik en over mogelijke consequenties van digitale leermiddelen en hoe hiermee om te gaan. Daarom is het ook belangrijk om met de volgende zaken rekening te houden:

  • Digitale leermiddelen dienen een meerwaarde te hebben ten opzichte van niet digitale leermiddelen;
  • Digitale leermiddelen zijn slechts een hulpmiddel;
  • Allereerst kan dit bepaald worden door het stellen van de vraag: wat helpt het mij als opvoeder en leerkracht?
  • Vervolgens kan de echte meerwaarde duidelijk worden door het stellen van de volgende vraag: wat kan ik ermee dat ik niet met een statisch middel kan?
  • Doe ik er een ander goed mee of doe ik er een ander pijn mee?
  • Belet het gebruik het face-to-face contact tussen leerling en leraar en leerlingen onderling?
  • Draagt toepassing van digitale leermiddelen bij aan de ontwikkeling van de leerling en leert het kind op een verstandige wijze om te gaan met digitale media?
  • Digitale leermiddelen kunnen ook een verslavende werking hebben. Daarom is het goed om het niet te pas en te onpas te gebruiken, maar gericht in te zetten.

In de brochure Visie op leermiddelen schrijven we uitgebreider over de aantal uitgangspunten voor de leermiddelen die we laten ontwikkelen.