Visie op Burgerschapsvorming Reformatorisch Primair Onderwijs

In dit document wordt in het kort de visie op goed burgerschap gegeven en zijn de in de burgerschapswet gedefinieerde waarden vanuit onze reformatorische identiteit verwerkt. Iedere school moet deze visie nader uitwerken en aanvullen, passend bij de eigen situatie en context.  Bovendien moet deze visie regelmatig worden geactualiseerd om up to date te blijven.

Inleiding

Uitgangspunt voor onze visie is het Woord van God en drie Formulieren van Enigheid. Op grond daarvan is de kernopdracht van reformatorische scholen verwoord: de vorming van de leerling tot een zelfstandige, God naar zijn Woord dienende persoonlijkheid, geschikt en bereid om de gaven, die hij ontving, te besteden tot Gods eer en tot heil van het schepsel, in alle levensverbanden, waarin God hem plaatst.

Stellend deel

We belijden op grond van de Bijbel  dat dat elk mens goed is geschapen, maar door moedwillige ongehoorzaamheid van God is afgevallen. Toch heeft God de mensheid niet aan zichzelf overgelaten, maar heeft in Christus voor een weg van verzoening gezorgd. De mens reist door de tijd naar de eeuwigheid. Zijn levenstijd is genadetijd. Tijd om wedergeboren te worden. In deze tijd hebben we tevens de opdracht om door Bijbels samenleven naar vermogen zorg te dragen voor onze naaste en onze leefomgeving. Gods Woord en Wet, die liefde tot God en tot de naaste vraagt, zijn daarbij het uitgangspunt voor onderstaande uitwerking [1].

Burgerschapsvorming is onderdeel van persoonsvorming. Dat zien we als essentieel om ons op de juiste wijze te kunnen verhouden tot anderen. Ons burgerschapsonderwijs is waarden gestuurd en meer extern gericht. We onderscheiden vanuit persoonsvorming de volgende onderdelen:

  • (Van) Wie ben ik? Met onderdelen als persoonlijke verhouding tot God, persoonlijke identiteit, en mensbeeld;
  • Waar en wanneer ben ik of leef ik? Met onderdelen als verbondenheid en plaats binnen de cultuur waarin we leven vanuit historische wereldbeeld en plaats in de maatschappij als goede burgers;
  • Met wie leef ik? Met onderdelen als sociale ontwikkeling, het functioneren als burger in deze wereld, democratie en diversiteit;
  • Hoe leef ik en wat doe ik (wel of niet)? We leggen de focus het leven als christen dat bestaat ineen leven in Gods dienst, het belijden van Zijn Naam, strijden tegen de zonde, onderwerping aan gezag, het omgaan met de schepping, onze naaste en het milieu;
  • Wat kan ik of moet ik kennen? Hierbij staan kennis, attitude, vaardigheden, reflectie en gedrag t.a.v. democratisch en maatschappelijk verantwoord handelen en omgaan met conflicten en verschillen centraal.

Burgerschapsvorming  doortrekt hele leven en daarmee ook het onderwijs. We zien de leraar  als identificatiefiguur. De (school)cultuur en het curriculum is ‘doordrenkt’ van burgerschapsaspecten en de school is een oefenplaats voor de leerlingen.

Vanuit bovenstaande noties hanteren we voor goed burgerschap vier uitgangpunten:

  • We verhouden ons tot de Ander (God): Om goed burger te zijn is wedergeboorte onmisbaar. De bekering maakt de christen in de eerste plaats burger van het Koninkrijk der hemelen. Hij heeft God lief en zoekt zijn eer. Dat uit hij in eerbied voor God en in gehoorzaamheid aan Zijn geboden. Hij is pelgrim in deze wereld, op weg naar de hemel;
  • We verhouden ons tot anderen: Een goede burger heeft zijn naaste lief en laat dit zien door voor anderen te zorgen, trouw te zijn, verantwoordelijkheid te nemen, gezag te erkennen. Door zijn levenswandel wint hij anderen voor Christus;
  • We verhouden ons tot het andere: Een goede burger voelt zich (mede) verantwoordelijk voor het milieu en beheren van de schepping. Hij gaat zorgvuldig om met de eigendommen van anderen en erkent zijn rentmeesterschap;
  • We verhouden ons tot onszelf: Een goede burger heeft een evenwichtig zelfbeeld. Hij kent en erkent zichzelf als uniek schepsel van God. Zijn persoonlijke en seksuele ontwikkeling is een ontwikkeling die met zorg en liefde wordt vormgegeven.

“Een goede burger heeft een evenwichtig zelfbeeld. Hij kent en erkent zichzelf als uniek schepsel van God.”

Als reformatorisch primair onderwijs gaan we onder andere uit van de onderstaande Bijbelse waarden en brengen daar de in het wetsvoorstel genoemde seculiere waarden gelijkheid, vrijheid en solidariteit (die zijn afgeleid van het denken vanuit de Franse Revolutie) onder.

  • Verantwoordelijkheidsbesef en rentmeesterschap (Luk. 16:2 vgl. Gen. 2:15 en 3:23): We zijn als individu en gemeenschap verantwoordelijk voor onszelf, voor onze naaste, voor de gemeenschap waar we in leven, voor het (omgaan met) schepping en milieu. We streven duurzaamheid in het gebruik van de (grondstoffen) van de aarde en in relaties na. Dit is solidariteit in gebondenheid aan Gods Woord als grondslag en niet de publieke opinie;
  • Rechtvaardigheid en eerlijkheid (Micha 6:8): Er is geen verschil tussen mensen op grond van geslacht, ras, leeftijd, cultuur of sociale klasse. We streven een democratische rechtsstaat en gerechtigheid na, en gaan eerlijkheid en integer om met alle mensen. Dit is gelijkheid zoals de Bijbel het ons voorhoudt, met erkenning van verschillen tussen mannen en vrouwen (Gen. 1:27), overheid en onderdaan (Rom. 13:1-2), rijk en arm (Spr. 22:2);
  • Weldadigheid liefhebben en weldoen (Micha 6:8 en Luk. 10:37 vv.): God vraagt ons alle mensen wel te doen en liefde tot de naaste te betrachten. We zien om naar elkaar en streven het vormen van een gemeenschap na. Dit is voor ons solidariteit, het altijd liefhebben van personen en het hen weldoen. Gedrag, handelingen en ideeën worden alleen als legitiem geaccepteerd wanneer deze overeenstemmen met Bijbelse waarden en normen;
  • Nederigheid (Rom. 12 en Micha 6:8): Ons past bescheidenheid en ootmoed. Individualisering en (ongelimiteerde) zelfontplooiing strijden met deze waarde;
  • Afhankelijkheid (van God) en onderworpenheid (Bijbel en gezag) (2 Kor. 9:13 en Ef. 5:21): We erkennen dat we afhankelijk zijn van God als Schepper en onderhouder van al het geschapene. We onderwerpen ons aan het door God gegeven gezag. Gezagsdragers erkennen hun grote verantwoordelijkheid. Vanuit deze afhankelijkheid en onderworpenheid krijgt in de weg van wedergeboorte de vrijheid in Christus gestalte. Christelijke vrijheid is vrijheid in gebondenheid aan Gods wet. Vrijheid die misbruikt wordt ten koste van onszelf, onze naaste en de aarde verwerpen we als on-Bijbels.

Actueel deel

De volgende gesignaleerde ontwikkelingen vragen momenteel (2021) om antwoord:

  • Vergaande secularisatie/ontkerstening, waardoor kinderen geleerd moet worden hoe ze als christen in een post-christelijke samenleving kunnen staan en dienen. Hierbij behoren aspecten van apologetiek en het laten oefenen hoe ze het christen zijn in praktijk kunnen brengen;
  • Er is sprake van individualisering, waardoor het belangrijk is dat we leerlingen gemeenschapszin bijbrengen en hoe we elkaar als christenen kunnen vasthouden;
  • Vergaande informalisering vraagt om het aanleren van kennis en vaardigheden t.a.v. gezagsverhoudingen, respect voor anderen, voor tradities en instituties;
  • Doorgaande informatisering vraagt om leerlingen toe te rusten in het omgaan met waarheid, leugen en mediagebruik in het algemeen;
  • De internationalisering vraagt om aandacht voor de (ontstaans)geschiedenis van Nederland en hoe we ons daartoe verhouden;
  • Intensivering vraag om het leren dragen van verantwoordelijkheid, duurzame betrokkenheid en jezelf wegcijferen. Niet de individuele behoeftes moeten in de eerste plaats worden bevredigd.

“Het is belangrijk dat we leerlingen gemeenschapszin bijbrengen en hoe we elkaar als christenen kunnen vasthouden.”

Schrijfgroep

De Visie op Burgerschapsvorming in het Reformatorisch Primair Onderwijs is tot tot gekomen in een schrijfgroep, bestaande uit:

  • Johannes Visser (RSVR; ook werkgroep Burgerschap in curriculum.nu) Rijssense scholen
  • Matthijs Weerheim (FPO Rijnmond)
  • Wim Heenck (KOC/VBSO)
  • Adri Verweij (Educatis; ook Internationalisering) scholengroep midden Nederland
  • Kees de Groot (VGS)
  • Henk Vermeulen (Driestar educatief)
  • Dik van Kleef (Colon; ook OBO-onderzoek) Zeeland
  • Yge Paans (VCOWH; ook OBO-onderzoek) Hoeksche Waard

[1] Onze uitgebreidere visie en uitgangspunten ten aanzien van onze verhouding tot God, op de mens als Zijn schepsel en onze relatie met mensen, maatschappij en andere levensverbanden is vastgelegd in onder andere het Schoolplan.

De SLRO heeft het initiatief genomen om handen en voeten aan deze visie te geven. Aan Driestar educatief en KOC diensten is opdracht gegeven voor het realiseren van een Ontwikkel- en Leerlijn Burgerschap. Deze Visie op Burgerschapsvorming Ref. Primair Onderwijs zal hierbij het uitgangspunt zijn.