“Ik hoop dat de nieuwe methode het vak muziek weer op de kaart zet.”

Anneleen Keizer, leerkracht op de In den Climtuinschool in Rijssen, geeft wekelijks muziekonderwijs in haar groep 7. “Ik zie elke week weer wat muziek met kinderen doet. Maar ik ervaar ook hoe je soms moet zoeken naar goede invullingen voor je les. Daarom ben ik blij dat ik mag meewerken aan de nieuwe muziekmethode. Het moet een methode worden die leerkrachten, ongeacht hun ervaring of affiniteit met muziek, voldoende handvatten geeft om met zelfvertrouwen aan de slag te gaan met het vak.”

Hoe ben je betrokken geraakt bij de nieuwe muziekmethode?

“Ik heb zelf twintig jaar dwarsfluitles gehad en in een ensemble gespeeld met leeftijdsgenoten. Daar heb ik veel vreugde in gevonden. Eenmaal werkzaam in het onderwijs merkte ik dat muziek daar een ondergeschoven kindje was. Onze bestaande muziekmethode wordt niet meer gebruikt, omdat deze sterk verouderd is en voor veel leerkrachten veel te moeilijk. Je kunt op internet wel van alles vinden, maar het kost vaak (te) veel tijd om lesideeën te zoeken die aansluiten bij het niveau van de groep en die passen bij de identiteit van de school. Toen de SLRO leerkrachten opriep om mee te denken over een leermiddelontwerp (LMO) voor een muziekmethode, heb ik me dan ook direct aangemeld. Het LMO is inmiddels definitief en ik ben nu ook gevraagd om mee te schrijven aan de lessen.”

Het kost veel tijd om lesideeën te zoeken die aansluiten bij de identiteit van de school.

“Muziek draagt op veel manieren bij aan de ontwikkeling van kinderen. Muziek versterkt de verbinding tussen beide hersenhelften. Dit stimuleert onder andere de taal- en spraakontwikkeling. Daarnaast draagt muziek bij aan de motorische ontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling, de creatieve ontwikkeling… En ik kan nog wel even doorgaan.  Muziek heeft echt een enorme impact. Toen mijn oma in haar laatste jaren steeds minder wist, konden we nog wel contact maken door psalmen te zingen. Daaraan zie je hoe diep muziek in ons zit, muziek gaat met je mee, zelfs wanneer veel van het andere verdwijnt.”

Hoe geef jij zelf muziekonderwijs en wat haal je daaruit?

“Ik zing sowieso elke week met mijn groep. Muziek luisteren doen we ook elke week. Vooral klassieke muziek. Om klassieke muziek te gaan waarderen, moet je de muziek vaak horen. Ik wil mijn leerlingen wat bagage op dat gebied meegeven, kleine zaadjes strooien, en zo ook wat tegenwicht bieden aan de popmuziek die kinderen al jong bereikt. Samen muziek maken en bewegen op muziek doen we ook regelmatig. Wat mijn groep leuk vindt, zijn bijvoorbeeld lessen met boomwhackers – gekleurde plastic buizen waarvan elke kleur een toon vertegenwoordigt. Leerlingen moeten goed samenwerken om een melodie of ritme te spelen.

Het is geweldig om kinderen samen muziek te laten maken. Dat doet iets met de sfeer. Je voelt gewoon dat je samen iets tot stand brengt en dat heeft direct effect op de kinderen en op de klas. Ik vind het ook mooi dat muziek andere kwaliteiten van kinderen aanspreekt dan vakken als rekenen en taal. Kinderen die bij cognitieve vakken zitten te zwoegen, kunnen soms helemaal opgaan in muziek. Je ziet de spanning wegglijden.”

Ik vind het mooi dat muziek andere kwaliteiten van kinderen aanspreekt dan vakken als rekenen en taal.

Wat is kenmerkend voor de nieuwe methode?
“Driestar educatief werkt aan een laagdrempelige en flexibele methode, waar alle kerndoelen van de SLO een plek in krijgen. We ontwerpen korte, eenvoudige lessen, met suggesties hoe de leerkracht die uit kan breiden als hij of zij dat wil. Alle lessen komen uiteindelijk in een online lessenbank waaruit leerkrachten zelf de lessen kunnen kiezen die ze willen geven.

De lessen bestrijken vijf domeinen: zingen, muziek luisteren, bewegen op muziek, muziek maken en muziek lezen en noteren. Een deel van de lessen maken we rond thema’s. Voor groep 5 wil ik bijvoorbeeld een les samenstellen rond het thema ‘water’. Als je het bijvoorbeeld bij aardrijkskunde over water hebt gehad, kun je daar mooi bij aansluiten met liedjes over water en het gebruik van een “ocean drum” om het ruisen van de zee na te bootsen. Voor groep 6 denk ik aan het thema Hervormingsdag. Daarbij kun je het lied ‘Een vaste burcht is onze God’ van Maarten Luther aanleren, maar ook de muzikale bewerking van Bach beluisteren in het Duits.”

Bij elke les wordt ook de nodige ondersteunde informatie opgenomen. Denk aan uitleg van begrippen en voorbeeldvideo’s. Op die manier proberen we het zo gemakkelijk mogelijk te maken.”

Hoe ziet de planning van de methode eruit?

“We zitten nu in de fase van het maken van pilotlessen. In deze fase maken we drie lessen per groep, in totaal dus 24 lessen. De auteurs leveren die begin volgend jaar op, daarna passeren ze de controlegroep en worden ze waar nodig aangepast. Tegen het eind van het schooljaar gaan ze naar de scholen die zich hebben aangemeld om de pilotlessen uit te proberen. In totaal zijn dat er negentig, dus dat geeft wel aan dat er interesse is. Als uit de reacties van de scholen blijkt dat we op de goede weg zitten en dat zij belangstelling hebben voor een vervolg, gaan we de overige lessen ontwikkelen. Ook het bouwen van de website gebeurt pas na de pilot. De lessen die de scholen gaan uitproberen, krijgen ze nog gewoon toegestuurd in een digitaal bestand of op papier.”

Ik hoop dat de nieuwe methode het vak muziek weer op de kaart zet.

Wat hoop je van de nieuwe muziekmethode?

“Ik hoop dat de nieuwe methode het vak muziek weer op de kaart zet. Er zijn scholen die al jaren geen muziek geven, omdat bestaande methodes niet aansluiten bij wat leerkrachten nodig hebben. Het zou geweldig zijn als muziek weer overal een vaste plek krijgt in het onderwijsprogramma!”

Wat zijn jouw tips voor leerkrachten?

  1. Mijn belangrijkste tip: Ga of blijf gewoon muziek geven. Muziek heeft zoveel effect op kinderen!
  2. Heb je niet veel ervaring of affiniteit met muziek? Begin dan met zingen en muziek luisteren. Dat is heel laagdrempelig.
  3. In afwachting van de nieuwe methode: Op internet kan je veel ideeën vinden, ook al zijn ze niet allemaal geschikt. Maak gebruik van wat wel past.
  4. Probeer de pilotlessen uit als ze klaar zijn en geef er feedback op, zodat we de lessen nog beter kunnen aansluiten op wat je nodig hebt.