Leerlijn Burgerschap wil leerling laten oefenen in samenleven – RD 19-4-22
Doelgericht en samenhangend burgerschapsonderwijs. Dat vraagt de overheid van iedere school. De nieuwe Leerlijn Burgerschap voor basisscholen moet het christelijk onderwijsveld houvast bieden bij de uitvoering van die wettelijke opdracht.
Wat moeten leerkrachten hun leerlingen precies aanleren qua kennis, vaardigheden en houding op het gebied van burgerschap? Hoe kan een team samenhang krijgen in alles wat op school rond dit thema gebeurt? Het zijn vragen die Jan Vreeken, projectleider bij de Stichting Leermiddelontwikkeling voor het Reformatorisch Onderwijs (SLRO), vaak hoorde tijdens de bezoeken die hij voor de SLRO aflegde op basisscholen.
Scholen doen het nodige rond burgerschap, constateerde hij tijdens die bezoeken. Maar een groot deel van de schoolleiders en leerkrachten vindt het lastig om structuur aan te brengen in datgene wat ze doen. De aangescherpte wet burgerschap –die in augustus 2021 praktijk werd– vraagt echter van scholen dat ze actief en systematisch burgerschapsonderwijs bedrijven. „De SLRO constateerde dat schoolleiders en leerkrachten graag meer handvatten willen krijgen om dat vorm te geven”, zegt Vreeken.
Om aan die wens tegemoet te komen gaf de stichting in 2021 aan KOC Diensten en Driestar educatief opdracht tot het ontwikkelen van materiaal dat scholen kan helpen om op een gestructureerde manier invulling te geven aan het burgerschapsonderwijs. Dat resulteerde in de Leerlijn Burgerschap die sinds dinsdag (18-4-2) digitaal te raadplegen is.
Onder anderen Henk Vermeulen, regisseur identiteit en vorming bij Driestar educatief, en Lianne de Baat, onderwijsadviseur bij KOC Diensten en leerkracht op basisschool De Wittenberg in Scherpenzeel, maakten deel uit van de projectgroep die de leerlijn schreef (Zie hieronder bij ”Verder met taal en muziek”). Beiden benadrukken dat de nieuwe leerlijn geen lesmethode is die scholen wil voorschrijven hoe ze het burgerschapsonderwijs concreet moeten vormgeven. De Baat: „Wel maken we duidelijk wat er op het gebied van burgerschap precies van scholen wordt verwacht en hoe scholen vanuit hun christelijke identiteit daaraan invulling kunnen geven.”
Wat is de visie achter deze leerlijn?
Vreeken: „We willen burgerschap inbedden en verbinden met het geheel van het schoolleven. Burgerschap doortrekt dus als het goed is alles wat er in de klas gebeurt.
We hebben onze visie concreet uitgewerkt met behulp van de metafoor van een boom. De wortel is de verhouding tot God. Die is het belangrijkst, want die heeft gevolgen voor het hele leven. Na de wortel volgt de stam: het onderwijs wil eraan bijdragen dat leerlingen antwoord kunnen geven op vragen als: Wie ben ik? en: Welke plaats neem ik in de samenleving in? Bij de takken van de boom komt het eigenlijke burgerschapsonderwijs ter sprake in zes thema’s: samen, verschillen, schepping, digitaal, democratie en wereld. Per thema geven we aan wat van leerlingen aan het einde van hun basisschooltijd qua kennis, vaardigheden en houding wordt gevraagd. Ook hebben we voor de verschillende leerjaren tussendoelen opgesteld.”
Vermeulen: „Burgerschapsonderwijs is waardegedreven onderwijs. Als het goed is werkt de Bijbelse manier van kijken naar zichzelf, naar de ander en naar de samenleving door in al het onderwijs dat wordt gegeven. Bij deze burgerschapslijn vormt daarom niet de Nederlandse wet, maar de Bijbel het uitgangspunt. Dat betekent dat we niet de waarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit als leidend zien, maar de vrucht van de Geest uit Galaten 5. Vanuit dat perspectief komen ook de basiswaarden van de democratische rechtsstaat aan bod.”
Vanuit het perspectief van de vrucht van de Geest uit Galaten 5 komen ook de basiswaarden van de democratische rechtsstaat aan bod – Henk Vermeulen
De leerlijn biedt scholen handvatten om invulling te geven aan de burgerschapswet, maar gaat ook na waar die raakt aan of schuurt met Bijbelse waarden, aldus een SLRO-flyer over de leerlijn. Wanneer is dat het geval?
De Baat: „Bijvoorbeeld bij het begrip gelijkheid. In de leerlijn benoemen we dat ieder mens voor de wet en als schepsel van God gelijk is. Tegelijkertijd zijn in Bijbels licht niet alle opvattingen gelijkwaardig. Dat is natuurlijk een opvatting die in onze samenleving niet breed wordt gedeeld. Voor het begrip vrijheid geldt hetzelfde. Vrijheid is belangrijk, het is een van de voorwaarden om in een democratie met elkaar te kunnen samenleven. Tegelijkertijd belijden we dat een leven in gehoorzaamheid aan Gods geboden heilzaam is voor ieder mens. Dus Bijbels gezien is het niet zo dat alles kan en mag.”
Vermeulen: „De afgelopen vijftig jaar is de kloof tussen de seculiere en de christelijke levensvisie groter geworden, bijvoorbeeld op het gebied van gender. Daar zit dus een spanningsveld tussen de wettelijke norm en dat wat we als christelijke scholen voorstaan.
Tegelijkertijd is persoonsvorming een belangrijk doel van burgerschapsonderwijs. Daarbij hoort voor onze scholen dat ze leerlingen vanuit een christelijke basishouding naar zichzelf, de ander en de maatschappij leren kijken. Dat is juist wat ons als scholen onderscheidt. De wet biedt overigens ook ruimte voor een eigen, waardegedreven invulling van het burgerschapsonderwijs – zolang dat binnen de kaders van de democratische rechtsstaat blijft.”
Op welke vlakken kan het bijzonder onderwijs nog stappen zetten?
De Baat: „Veel thema’s worden wel overgedragen als kennis, maar we vinden het moeilijk om leerlingen daarmee te laten oefenen. Idealiter zijn scholen echter oefenplaatsen waar kinderen in de praktijk leren hoe ze burger moeten zijn. Hoe gaan ze om met de ander? Hoe voeren ze gesprekken met mensen die anders in het leven staan dan zijzelf? Burgerschap moet dus vooral praktisch worden gemaakt.”
Vermeulen: „Ook op het gebied van diversiteit kan het christelijk onderwijs nog een slag maken. Vaak staan deze scholen in een redelijk uniforme maatschappelijke context. Dan is het allereerst nodig om leerlingen te leren omgaan met onderlinge verschillen, want dat is in de gereformeerde gezindte vaak al moeilijk genoeg. Daarnaast moeten scholen in kaart brengen hoe ze leerlingen in aanraking willen laten komen met andersdenkenden en dat vervolgens in praktijk brengen.
Leren omgaan met onderlinge verschillen is in de gereformeerde gezindte vaak al moeilijk genoeg – Lianne de Baat
Juist reformatorische scholen werken vanuit een sterke, stevige basis. De wet vraagt deze basis te doordenken en duidelijk aan te tonen hoe die terugkomt in het burgerschapsonderwijs. Laten we dat als christelijke scholen zien als kans om onze identiteit nog sterker terug te laten komen. Burgerschap gaat immers niet alleen om wat je als school en als leerkracht doet, maar juist om wie je als school en als leerkracht bent en welke houding je kinderen aanleert.”
Bekijk de Leerlijn Burgerschap op www.leerlijnburgerschap.nl
Verder met taal en muziek
De leerlijn burgerschap is het eerste product dat is ontwikkeld in opdracht van de Stichting Leermiddelenontwikkeling voor het Reformatorisch Onderwijs (SLRO), die in 2020 werd opgericht. Naast projectleider Jan Vreeken maakten vanuit Driestar educatief Henk Vermeulen en Daniël Bos deel uit van de werkgroep; vanuit KOC Diensten waren dat Lianne de Baat en Wim Heenck. Momenteel voert de stichting overleg met uitgeverij Groen educatief over de ontwikkeling van een parallelversie van de methode TaalActief, zegt SLRO-voorzitter Jan-Willem de Leeuw. Daarnaast focust de SLRO zich op het muziekonderwijs. De Leeuw: „De behoefte aan een passende muziekmethode leeft breed, bleek uit een enquête die we onlangs hebben uitgezet. We oriënteren ons op de manier waarop we als SLRO daarin kunnen voorzien.”
Reacties uit het onderwijs
Voedsel inzamelen voor Oekraïne en planten poten op het plein – Willem Teelinckschool in Achterberg
„De verplichting om doelgericht en systematisch burgerschapsonderwijs te geven, heeft ervoor gezorgd dat we bewuster zijn gaan kijken naar ons onderwijsaanbod”, zegt Hennie Koster, schoolleider van de Willem Teelinckschool in Achterberg. Het is goed dat de SLRO met een leerlijn is gekomen waarin is aangegeven wat leerkrachten de leerlingen wettelijk gezien moeten aanleren, vindt Koster. „Dat biedt duidelijkheid. Vervolgens moet de school die zaken natuurlijk nog wel concreet handen en voeten geven.”
Op de Achterbergse school wordt vooral gezocht naar de verbinding met de al bestaande vakken. „Waarden als rentmeesterschap en verantwoordelijkheid kunnen in een les natuur bij uitstek een plaats krijgen. Op die manier steek je het onderwijs een laag dieper in dan enkel de feiten en leer je kinderen zich te verhouden tot datgene wat ze hebben geleerd.”
Er wordt vooral gezocht naar de verbinding met de al bestaande vakken. – Hennie Koster
Het lukt niet altijd om de gevraagde burgerschapskennis te verbinden met de bestaande vakken, zegt Koster. „We moeten kinderen bijvoorbeeld leren hoe de democratie werkt. Recent hebben we daarom als school met de groepen 5 tot en met 8 een verkiezing georganiseerd. De kinderen maakten zelf politieke partijen, voerden campagne en dienden een plan in met wat ze zouden willen veranderen. Vervolgens kon het dorp stemmen. De winnende partijen kregen een bedrag om hun ideeën uit te voeren. Zo heeft een groepje voedsel verzameld voor Oekraïne en is een andere groep bezig met het planten van bloemen rond het schoolplein om het landschap te verrijken. Dat zijn verdiepende, leuke en leerzame trajecten.”
De plaatselijke context van de school maakt veel uit als het gaat om de specifieke uitdagingen op het gebied van burgerschap, zegt Koster. „Kinderen hier in Achterberg zijn het bijvoorbeeld vaak niet gewend om om te gaan met mensen met een migratieachtergrond. Dan is aan ons de taak om ervoor te zorgen dat die ontmoeting plaatsvindt – binnen of buiten de school, zodat leerlingen zich in de ander kunnen inleven.”
Reformatorische scholen hebben goud in handen als het gaat om burgerschap, benadrukt Koster. „Ik ben er beducht voor om vanuit angst op de burgerschapswet te reageren. Want wat is mooier dan dagelijks te proberen je onderwijs te verbinden met de waarden die Gods Woord ons biedt?”
Burgerschap koppelen aan bestaande vakgebieden en aan actualiteit – Schoolvereniging De Hoeksteen in de Hoeksche Waard
Burgerschap en persoonsvorming vormen het bestaansrecht van christelijke en reformatorische scholen, vindt Yge Paans. De bestuurder van de Hoeksteen, een vereniging voor christelijk onderwijs in de Hoeksche Waard, participeerde in een groep van meerdere schoolleiders die onderzoek deed naar de manier waarop de opbrengsten van het burgerschapsonderwijs meetbaar gemaakt kunnen worden. „Kernvraag die elke school zich zou moeten stellen is: wat wil je met je onderwijs bereiken bij de leerling? Tot welke personen wil je hen vormen?” Paans raadt scholen aan om –met het antwoord op die vraag in het achterhoofd– op een rij te zetten wat er binnen de school gedaan wordt om dat doel te bereiken. „Onderwijsinstellingen doen al heel veel op het gebied van burgerschap”, zegt de bestuurder. „Maar de wet vraagt om een dóélgericht programma. Door in kaart te brengen wat het doel is van je onderwijs en op een rij te zetten wat je als school doet om dat doel te bereiken, creëer je overzicht en verbind je datgene wat je doet aan datgene wat je wilt bereiken.”
Burgerschapsonderwijs biedt christelijke scholen bij uitstek de kans om hun levensvisie concreet handen en voeten te geven in de dagelijkse praktijk van het onderwijs. – Yge Paans
Scholen moeten burgerschap niet zien als iets groots en nieuws wat ze naast hun gewone, vaak overvolle lesprogramma ook nog moeten doen, zegt Paans. „Daar is op veel scholen ook helemaal geen tijd voor. Belangrijk is wel om datgene wat je doet, te doordenken en vast te leggen.”
Daarnaast zou het goed zijn als leerkrachten de actualiteit vaker verbinden met de burgerschapsdoelen en de Bijbelse waarden, vindt Paans. „Scholen moeten leerlingen bijvoorbeeld leren om zich te verplaatsen in de ander. De stroom vluchtelingen uit Oekraïne biedt uitstekende aanknopingspunten om dat te doen. En maak als leerkracht ook de koppeling naar bijvoorbeeld de geschiedenis van Jozef en Maria die met Jezus moesten vluchten naar Egypte. Zo verbind je de actualiteit met burgerschapsdoelen en met de Bijbel.
Het bijzonder onderwijs moet de burgerschapswet volgens de bestuurder vooral zien als kans. „Het liberale gedachtegoed achter de wet staat op gespannen voet met de christelijke belijdenis. Tegelijkertijd: wij moeten ons verhouden tot deze wet. En die biedt christelijke scholen bij uitstek de kans om hun levensvisie concreet handen en voeten te geven in de dagelijkse praktijk van het onderwijs.”
Bron: Reformatorisch Dagblad 19 april 2022